Op een mooie dag in oktober lazen wij een initiatief
vanuit de Tweede Kamer. Wij citeren:
Een breed gedragen standpunt in de Tweede Kamer. Dat lijkt ons al een hele klus.
· Ziet u buiten de bovengenoemde directe en indirecte taken nog andere rollen/taken van het nationale parlement in de beïnvloeding van voorgenomen Europees beleid (fase van groen- en witboeken)
· Vindt u dat de informatiepositie van het nationale parlement toereikend is om deze rol te vervullen?”
· Hoe beoordeelt u de samenwerking tussen parlementen onderling (in het forum van de COSAC en interparlementaire bijeenkomsten, bilaterale gesprekken) en welke suggesties heeft u voor verbetering?
Gerard Breeman, fellow aan het Montesquieu Instituut en docent bestuurskunde aan de Universiteit Wageningen
“De Tweede Kamer is bezorgd over het draagvlak onder de bevolking bij het
Europese besluitvormingsproces. De Tweede Kamer meent dat legitimiteit en draagvlak
voor Europese besluitvorming vanuit de bevolking tot stand zou moeten komen. Een goede
band tussen de bevolking en volksvertegenwoordiger bij die Europese besluitvormer is
hierbij cruciaal. De Kamer vraagt zich af of de bevolking in voldoende mate betrokken is en
wordt bij de discussie over Europese besluitvorming.”
Dat leek ons een terechte zorg en een goede gedachte.
We herinneren ons het referendum in Nederland over het
Europees Grondwettelijk Verdrag, in juni 2005. Voor die tijd ontbrak een
maatschappelijk debat, de uitslag was een shock voor de regeringspartijen en
sindsdien werd ook het politieke debat angstvallig vermeden door politici met
regeringsverantwoordelijkheid.
Intussen is het Verdrag van Lissabon goedgekeurd in het
Nederlandse parlement. Bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen van september
2012 zou er een nieuw ‘referendum’ over Europa worden gehouden, maar dat viel
tegen. Het ging over van alles, maar niet echt over Europa.
Tot die mooie dag in oktober dit jaar, toen een burgerconsultatie over Europa werd
gelanceerd. De Tweede Kamer schrijft:
“De vaste commissie voor Europese zaken
heeft haar ondervoorzitter René Leegte (VVD) benoemd tot ‘rapporteur
democratische legitimiteit in de EU’. Zijn doel is om in gesprekken met
allerlei betrokkenen te komen tot een breed gedragen standpunt van de Tweede
Kamer over een aantal actuele vragen die te maken hebben met democratische
legitimiteit in de Europese Unie. Het gaat dan in het bijzonder om de
vraagstukken die de rol van parlementen in de beleidsvorming in de Europese
Unie betreffen en de vraag of het huidige instrumentarium van de nationale
parlementen moet worden uitgebreid.”Een breed gedragen standpunt in de Tweede Kamer. Dat lijkt ons al een hele klus.
Maar nu verder over die
consultatie van burgers. Via de website van de Tweede Kamer: http://www.tweedekamer.nl/nieuws/kamernieuws/newspage2348_mening_legitimiteit_EU.jsp, legt de Tweede Kamer haar burgers onder
andere de volgende vragen voor:
·
Hoe beoordeelt u de rol van nationale parlementen in de Europese
besluitvorming? (indirecte invloed via controle regering; directe invloed op
subsidiariteit) · Ziet u buiten de bovengenoemde directe en indirecte taken nog andere rollen/taken van het nationale parlement in de beïnvloeding van voorgenomen Europees beleid (fase van groen- en witboeken)
· Vindt u dat de informatiepositie van het nationale parlement toereikend is om deze rol te vervullen?”
· Hoe beoordeelt u de samenwerking tussen parlementen onderling (in het forum van de COSAC en interparlementaire bijeenkomsten, bilaterale gesprekken) en welke suggesties heeft u voor verbetering?
We weten dat het in de mode is om brede maatschappelijke
debatten te organiseren waarbij burgers, politiek en bestuur met elkaar in
discussie gaan. Maar deze oproep met dit
soort vragen is, op zijn zachtst gezegd, niet de manier om dat te doen. Het
lijkt er sterk op dat de Tweede Kamer geen tijd en geen zin heeft om echt met
burgers over dit onderwerp te praten.
Naar onze mening is dit, na die trieste campagne in 2005
dat Europa ‘best belangrijk is’, een nieuw dieptepunt in de organisatie van het
publieke debat over Europa in Nederland.
U kunt nog tot 19 december ‘meedoen’ aan de
burgerconsultatie. Het zou ons niet verbazen als er amper een burger heeft gereageerd.
Misschien mag de Tweede Kamer dan nog van geluk spreken ook, gezien de
beschamende manier waarop deze burgerconsulatie in elkaar is gezet.
Arco Timmermans, onderzoeksdirecteur Montesquieu
Instituut en bijzonder hoogleraar public affairs aan de Campus Den Haag,
Universiteit Leiden Gerard Breeman, fellow aan het Montesquieu Instituut en docent bestuurskunde aan de Universiteit Wageningen